Bronnen
www.karincolen.nl
Informatie uit het archief van de gemeente Maassluis, cluster stad, team Cultuur.
De harten bestaan uit twaalf zitelementen in de vorm en de pastelkleuren van de snoephartjes met een woord (“geluk”) erin, uit onze jeugd. De hartvormige zitelementen zijn gegoten uit gekleurd beton. De kleur is dus door en door. De hoeken aan de bovenkant zijn afgerond. De letters zijn uitgespaard in het beton. Karin zelf noemt het werk op haar website een speelkunstwerk.
De harten zijn in 2007 geplaatst bij Kindcentrum ’t Startpunt aan de Breitnerstraat/Vincent van Goghlaan. Acht “liggen” er op het schoolplein bij de hoofdingang aan de Vincent van Goghlaan. Vier liggen er aan de andere kant van het gebouw, op het schoolplein bij de ingang voor de groepen 6 tot 8 aan de Breitnerstraat.
Karin Colen is in Maassluis niet alleen bekend om deze harten. Sinds 2012 liggen er van haar hand ook de trottoirtatoeages, ofwel de zeemanstatoeages op de trottoirs in diverse straten op het Balkon. Karin maakt monumentale kunst, voornamelijk in de buitenruimte. Ze gebruikt hierbij een variëteit aan verschillende stoere materialen. Wie op haar website kijkt ziet dat haar Maassluise harten en tegels nog tot haar kleinere werk behoren.
De opdrachtgever voor de harten was de gemeente Maassluis. De opdracht luidde: “Ontwerp een kunsttoepassing voor de buitenruimte met de mogelijkheid tot doorloop in het gebouw. Het kunstwerk zal een relatie dienen te hebben met de doelgroep, c.q. de gebruikers van het gebouw, voornamelijk kinderen. Aangezien de gebruikers van het gebouw divers zijn maar allemaal te maken hebben met onderwijs of welzijn (hoofdzakelijk jeugd), wordt de kunstenaar meegegeven een hoofdvorm te ontwikkelen die, zo mogelijk, is opgebouwd uit meerdere kleine vormen die ieder staan voor een van de gebruikers. De hoofdvorm gaat dus functioneren als een soort herkenningspunt. De hoofdvorm zal een plaats krijgen bij de hoofdingang aan de buitenkant van het gebouw”.
Deze opdracht daagde Karin uit omdat hij goed paste bij haar manier van werken: “Bij het ontwerpen van een kunsttoepassing ga ik altijd uit van de plek. De ligging, het landschap, bezoekers, voorbijgangers, de geschiedenis…. Voor ik begin met het ontwerpen maak ik een uitgebreide studie en analyse en kom dan tot een duidelijk en aansprekend, vaak ‘nuttig’ kunstwerk. Zo wordt de plek typischer en de openbare ruimte beter en aangenamer”.
En, heeft zij zich met de harten aan de opdracht en haar motto gehouden?
25-01-2021
Jacques Visker, HVM